EXCLUSIEVE VIDEO | De geheimen van de plek waar onderzoekers Robert Glință en Carmen Bunaciu hielpen hun prestaties te verbeteren en kampioenen te worden

Elke wedstrijdsporter droomt ervan om records te halen die geschiedenis zullen schrijven. Ze trainen er allemaal hard voor en brengen onvoorstelbare offers, maar slechts een paar kunnen hun droom waarmaken. Het blijkt dat er niet alleen een goede training nodig is, maar ook andere ingrediënten. Een daarvan is wetenschap, zegt biofysicus Pierre de Hillerin in een interview voor Gândul.

Twee concepten zijn erg belangrijk bij het trainen van een atleet: volume en intensiteit. Biofysicus Pierre de Hillerin, een voormalig atleet en schermtrainer, legde aan Gândul uit dat om over zijn grenzen te gaan, de atleet de processen moet begrijpen die in zijn lichaam plaatsvinden tijdens een bepaalde beweging. In de praktijk is dit wat de biofysicus en zijn team willen doen: technologie gebruiken om door te dringen in de zintuiglijke structuur van de atleet.

Wie over de drempel van het psychoneuromotriciteitslab stapt, krijgt de kans om met behulp van technologie op een computerscherm te zien hoe een bepaald type beweging eruitziet uitgevoerd op de machines in de speciaal uitgeruste fitnessruimte.

Een basketballer kan bijvoorbeeld door naar een monitor te kijken oefenen hoe hij of zij consequent en tegelijkertijd op beide voeten moet afzetten, zodat de sprongen die hij of zij op het veld maakt efficiënter zijn. Een zwemmer kan het aantal armen tijdens het zwemmen in een zwembad aanzienlijk verminderen, zodat de beweging efficiënter wordt.

“Meestal krijg je het niet voor elkaar om belang te hechten aan de inhoud van de beweging. Het is veel moeilijker om tot de inhoud van de beweging door te dringen, vooral omdat een coach je alleen maar kan vertellen wat hij ziet en niet in je zintuiglijke structuur kan duiken,” legt biofysicus Pierre de Hillerin uit.

Robert Glință schreef ook geschiedenis met behulp van biomotorische oefeningen

De biofysicus Pierre de Hillerin is de hand geweest van talloze beroemde atleten, zoals de zwemmers Robert Glință en Carmen Bunaciu, die hebben toegegeven dat een deel van hun nationale en internationale records ook te danken is aan het laboratorium voor biomotrie.

“Carmen Bunaciu, die op deze manier werkt, gaf toe dat het nationale record van 1984 werd gemaakt met de hulp van het biometrie laboratorium. Wat je daar ziet bij Robert (n.r. een grafiek van Robert Glință verkregen in het laboratorium van de biofysicus) is de laatste maximale training die hij deed voordat hij de eerste Roemeense Europees kampioen zwemmen werd. En Nicolae Butacu was een van de eerste Roemeense zwemmers die onze methodologie gebruikte,” voegde Pierre de Hillerin toe.

Dus wanneer wetenschap en sport samenkomen, kunnen de resultaten verbluffend zijn, vooral omdat er in zeer korte tijd vooruitgang wordt geboekt. Een atleet heeft maar een paar dagen nodig om zijn prestaties met meer dan 20 procent te verbeteren.

“Twintig jaar geleden sloot ik een weddenschap af met een coach dat ik de maximale kracht van een atleet in een eenvoudige beweging, de halterschijf vanaf de borst, met 10 procent kon verhogen in 10 dagen. Na 2 dagen werken met veel lagere belastingen dan tijdens de training, kon ik hem 82,5 kg laten tillen in plaats van 75 kg. Dan is er nog een artikel geschreven door een van mijn promovendi dat aantoonde dat je in vijf dagen van 6% naar 28% kunt stijgen”, zei Pierre de Hillerin.

Naast de cijfers, die sowieso voor zich spreken, en de onbetwistbare sportieve resultaten, zijn de positieve persoonlijke veranderingen minstens zo belangrijk. Pierre de Hillerin zegt dat de resultaten waar ouders het meest blij mee zijn, de persoonlijke transformaties van de kinderen zijn, niet hun prestaties. Dat komt omdat wanneer mensen de processen begrijpen die zich in hun lichaam afspelen, ze meer vertrouwen krijgen in hun eigen kracht.

Hoeveel kost een sessie in het biomotry lab?

Biofysicus Pierre de Hillerin geeft toe dat hij het zich niet kan veroorloven om zoveel geld te vragen voor zo’n sessie. Omdat een atleet veel geld moet uitgeven voor al zijn trainingen, besloot Pierre de Hillerin minder te vragen dan een sessie in zijn laboratorium waard zou zijn. Dus stelde hij een tarief vast van 50 euro, of ongeveer 250 lei, voor een enkele sessie.

“Normaal gesproken kost een dag werk aan een atleet op Olympisch niveau wel 10.000 lei. Dat kan ik me niet veroorloven, want het zijn vooral ouders die naar me toe komen en bereid zijn om 50 euro per trainingssessie te betalen. Het zou veel meer moeten zijn, zodat ik me op mijn gemak kan voelen en niet aan het aantal hoef te denken, maar aan de kwaliteit,” zei Pierre de Hillerin.

Sporters uit het hele land komen elke dag naar zijn laboratorium, juist omdat de resultaten onbetwistbaar zijn. Na een grondige analyse kan de biofysicus zelfs zien of de persoon die hem of haar is gepasseerd, de juiste sport heeft gekozen. Niet zelden heeft hij de keuzes veranderd van degenen die naar hem toe kwamen, juist omdat hij ontdekte dat ze niet over de benodigde gegevens voor de gekozen sport beschikten.

“Het meisje dat hier komt, 16 jaar oud, wil basketballen. We zijn aan onze vijfde training bezig. Ik raakte met haar aan de praat en vertelde haar dat als iemand mij zou vragen wat ik moet doen, ik roeien zou zeggen. Ik ging achter de computer zitten, liet haar wat roeiwedstrijden zien, sprak met een atleet met wie ik heb gewerkt en ze gaat binnenkort kijken hoe roeien haar bevalt,” voegde de biofysicus eraan toe.

Pierre de Hillerin is gepromoveerd in lichamelijke opvoeding en sport, met als specialisatie sportpsychologie, en was meer dan 20 jaar hoofd van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Sport. Gedurende zijn carrière heeft hij vele topatleten uit verschillende sporten getraind, die Roemenië hebben vertegenwoordigd op de belangrijkste nationale en internationale wedstrijden.

FOTO: SpuiQ / Andreea Țuțulan